donderdag 3 december 2009

Driedaagse Northland 28-30/11

Vrijdag:
Met een gehuurde Toyota Lucida (monovolume met 7 zitplaatsen) rond 10am vertrokken naar het noorden, een regio die voor iedereen nieuw was. De Camira was wat te krap voor de langere ritten. Via de ring van Auckland langs de nieuwe tolweg, voorbij Wangarei tot aan het strand aan Bream Bay voor een picknick en enkele uren rust op het strand. Het was stralend weer met de nodige verbrande lichaamsdelen tot gevolg. Terug in de auto ging de reis verder. Even halt gehouden in Paihia voor een ijsje en even gekeken hoe het zat voor de uurregeling van de ferry's voor zaterdag. Daarna ons grief afgekapt op de top10 camping in Kerikeri en in het dorpje een midden-oosts restaurantje gevonden. We hadden een "large cabine" geboekt, kort samengevat: allemaal samen slapen in één kamer als een grote familie.

On the road in de Toyota

Op het strand in Bream Bay (enkel Opie's rechter kustbeen verkleurde niet in de stralende zon)

Zaterdag:
Na het ontbijt in Paihia de ferry naar Russel opgesprongen. De tocht zelf was slechts 10min, maar iedereen vond het fijn (behalve Stitch dan). Russel was de eerste vestigingsplaats waar immigranten voet aan wal hadden gezet en had enkele veldslagen doorstaan. Een tocht door het stadje gaf een overzicht van de eerste nederzettingen en gebouwen die de kern van het hedendaagse decor vormden. Een wandeling over de heuvelrug naar het strand, aan de andere kant van het schiereiland, gaf tevens een mooi overzicht van de omgeving. In de late namiddag terug op de ferry gesprongen en een half uurtje later zaten we terug in de wagen richting westkust. Via Kaikohe kwamen we uit bij de monding van de Hokianga Harbour. De helft sprong uit de auto voor een foto shoot en trotseerde wind en regen. De kronkelige boswegen brachten ons bij de oudste en dikste Kauri boom van Nieuw Zeeland, Tane Mahuta. Het begon al te schemeren toen we de parking van onze top10 camping in Kaihu opdraaide en de manager stelde voor om door te rijden naar de lokale Kaihu Tavern want het was al tegen achten en eetgelegenheden waren schaars in deze dunbevolkte regio. De keet en zijn aanhang was fijn gedateerd en de fritten en hamburgers prima geschikt voor onze hongerige magen. De camping cabin was een maatje kleiner dan de vorige en dolle pret en slappelach om iedereen zich in zijn stapelbed te zien wringen.
Vincent samen met Omie op de Russel-ferry, met de wind in de haren


De historische Christ Church met bijhorende graven en oude kogelgaten in de houten muren
Een woelige Hokianga Harbour inlet met rotsen aan de zuidkant en zandduinen aan de noordkant


De kroost onder Tane Mahuta. De hoogte was niet zo enorm, maar de stamdikte was indrukwekkend.

Zondag:
Er hing regen in de lucht en ontbijten ging bijzonder rustig, geen stress om een strak reisschema na te jagen. Omie bewonderden de lokale vogelsoorten en iedereen was onder de indruk van de kevers die 's nachts ronddwaalden en -vlogen op de camping. Ze waren niet alleen groot, maar knabbelden rustig aan kleren en vingers. Na uitgecheckt te hebben een tussenstop gemaakt aan Baylys Beach waar we de houtrestanten in de aardlagen konden bewonderen, had wat weg van de boomschors bodembedekker in de tuin. De volgende halte was het Kauri Museum in Matakohe waar we iets aten in het caféetje aan de overkant en het oude posthuis bekeken. Het museum zelf was indrukwekkend en gaf het ganse overzicht van de Kauri boom in NZ, de betrokken mensen, toepassingen, verzamelingen, specimen, machines, teveel om op te noemen en we moesten ons reppen om voor sluitingstijd rond te geraken. De toch naar Tuakau kon beginnen en rond 8pm waren we "back home".

Baylys Beach, verschillende aardlagen aan de oppervlakte met (donkere laag) houtrestanten



Naast een Kauri stammetje, tussen zagen en werktuigen in het Kauri Museum in Matakohe

Geen opmerkingen:

Een reactie posten